maandag 27 september 2010

Tour du Gévaudan: één upje, twee down's

Hallo,

Afgelopen weekend koerste ik voor het eerst in de tenue van Velo Club La Pomme Marseille.
Ik mocht onmiddellijk debuteren in de 'Tour du Gévaudan', een 2.2 wedstrijd met een stevige bezetting. Ook het parcours mocht er zijn. We reden 3 dagen in een schitterende omgeving, maar wel lastig om te koersen, maar ja, zo heb ik het juist graag. Enkel het weer viel flink tegen, hoewel we in het zuiden van Frankrijk reden, deden de omstandigheden me eerder denken aan het prille Belgische voorjaar. Koud (5 à 10 °C), regen en wind! Vooral in de afdaling vielen deze omstandigheden niet mee en was het opletten geblazen (de ravijnen oogden nogal diep)!

De ploegenproloog zorgde bij mij voor de nodige moraal. Hoewel het maar een officieuze koers was, is het altijd leuk om vooraan te eindigen.
Jammergenoeg kon ik de lijn de volgende 2 dagen niet doortrekken. Vooral op zaterdag kende ik een off-day. Al snel in de rit reden 10 renners weg, omdat er niemand mee was van de ploeg ging ik samen met 2 andere renners in de tegenaanval. Eéntje speelden we echter al snel kwijt, waardoor het met twee moeilijk werd om de kloof te overbruggen. We naderden tot op 20 seconden van de koplopers, maar toen merkte ik al dat ik niet over de nodige 'jus' beschikte om terug te keren. Bij het aanvatten van de eerste col van de dag staakten we dan ook de achtervolging en reden we een strak tempo naar boven. Op één kilometer van de top werden we terug gegrepen door een eerste pelotonnetje. Blijkbaar was het ook daar al volle bak koers en zo kwamen we met een 30 tal renners in de achtervolging. In de afdaling kwamen echter veel renners terug aansluiten en dikte het peloton opnieuw aan tot 80 renners. Na die afdaling volgde onmiddellijk de volgende col, ik begon er iets te ver aan en was nog niet gerecupereerd van mijn 20 km durende achtervolging. Het peloton brak in 2 en ik zat in het 2e deel. Boven was de achterstand beperkt, waardoor ik hoopte om nog terug te keren. Dit lukte echter niet. We kwamen op een plateau waar de wind stevig in de zij blaasde en dit zorgde voor waaiers. De eerste maal dat ik dat meemaakte, waaiers boven op een col (met ook nog eens regen en een temperatuur van 5°C)...
Na dit intermezzo volgde een pittige afdaling onmiddellijk gevolgd door de volgende col. De verschillen waren nog steeds niet groot, maar de wind zorgde ervoor dat de wedstrijd niet stil viel, nu werd het zowat in waaiers fietsen op een col...
Opnieuw volgde geen afdaling op de top, maar een uitloper van een 20 tal kilometer vals plat (omhoog). Ik zag de kop van de wedstrijd nog steeds voor me uitrijden en deed er alles aan om terug te keren, jammergenoeg zagen de renners die ik bij me had het minder zitten en zo kreeg ik geen steun. Toen we de uiteindelijke afdaling aanvatten was het verschil te groot geworden om nog terug te keren. De wedstrijd viel ook geen ogenblik meer stil, eens in de laatste vallei aangekomen zat de wind dan ook nog eens stevig op kop. En dit was voor mij het sein om de handdoek in de ring te werpen en de eerste 'grupetto' op te wachten. Ontgoocheld eindigde ik op een 54e plaats.
Op zondag was het nog kouder... Gelukkig liet de zon zich na een 5 tal kilometer zien, waardoor het toch nog aangenaam weer werd om te fietsen. Op de eerste col van de dag werd er onmiddellijk stevig doorgereden. Ik voelde me opnieuw niet echt goed en dus werd het aanklampen geblazen... Ik slaagde hierin en kon me in het eerste peloton van een 50 tal renners handhaven. Ook nu niet onmiddellijk een afdaling, maar een plateau -telkens een kilometer bergop en daarna weer bergaf- van 20 kilometer. Daarna dan toch een deugddoende afdaling richting de prachtige Gorges du Tarn. Zes renners muisden er in die afdaling vanonder en zij vormden de ontsnapping van de dag. Het peloton werd vervolgens gecontroleerd door de profploeg Saur Sojasun. Ik begon me eindelijk weer wat beter te voelen. Op de voorlaatste col van de dag werd het tempo stilaan opgevoerd en kon ik me zonder veel problemen in de voorste gelederen handhaven. In de aanloop richting de fameuze slotklim 'Montée Laurent Jalabert' in Mende werd het tempo nog opgevoerd en zo werden alle vluchters één voor één opgeraapt. Ik begon goed vooraan aan de slotklim en was misschien iets te enthousiast. Ik voelde me goed (maar was uiteraard niet super, wonderen bestaan niet...) en ging mee met de eersten. Toen ik omkeek, bleek dat we nog maar met een 15tal renners waren. Blijkbaar was ik iets over mijn toeren gegaan, want op 2 km van de top moest ik afhaken en op een steile klim als deze verlies je dan snel terrein. Uiteindelijk finishte ik als 33e. Jerome Coppel bleek onaantastbaar en won zowel de rit als het eindklassement.
Ik voelde me beter worden naar het einde van de wedstrijd (maar zoals ik al zei, wonderen bestaan niet). Ik hoop echter dat ik in een positieve spiraal zit en dat het volgende week in Empordam opnieuw een stuk beter gaat.

Gr Klaas

1 opmerking:

Anoniem zei

Dat is gesproken!

Een positieve spiraal...

Tom