donderdag 18 augustus 2011

Tour de la Guadeloupe

Hallo,

Aangezien de wedstrijd goed te volgen was , zijn de meesten ongetwijfeld op de hoogte over mijn prestaties op Guadeloupe. Hieronder volgt nog een verslag over deze onvergetelijke 10 daagse ervaring.

Na een reis van in totaal 19u kwam ik donderdag avond 18u45 (plaatselijke tijd -6u) aan in het sjieke hotel Créole Beach****. Onmiddellijk vertrokken we vandaar met de bus naar de hoofdstad Point-à-Pitre voor een (uitgebreide) ploegenpresentatie. Al onmdiddellijk werd duidelijk dat de organisatie meer dan in orde was. De presentatie verliep groots en werd opgeluisterd door enkele honderden mensen, veel naar onze normen, maar nog maar het begin... Terug in het hotel om 10u (4u onze tijd) ging het direct richting bed om toch enigzins een deftige proloog te rijden op vrijdagavond, ook al was die maar 4 km.

Die proloog van 4 km werd verreden op een 4 vaks weg, waarna we na 2 km op een breed rondpunt rechtsomkeer moesten maken. Ook nu was er weer een enorme massa komen opdagen, aan weerszijden van de weg stonden de mensen rijen dik. Ik stond blijkbaar al bij de favorieten genoteerd en kreeg een (grote) camera op het stuur gemonteerd. Die verhinderde me wat bij het optrekken, maar achteraf bleek dit nog niet zo slecht. Hierdoor ging ik traag van start, maar had ik nog veel reserves voor de laatste 2 km met wind op kop. Ik eindigde als 28e en dit zonder tijdrit materiaal in tegenstelling tot vele anderen onder wie de volledige top 20.

Zaterdag werd dan de eerste en meteen ook langste rit gereden (163 km) van Point-à-Pitre naar Saint-François. Van bij de start werd het al duidelijk dat het lastig zou worden, de vochtige hitte zorgde ervoor dat iedere effort tijdens de koers er één te veel was. In het begin van de wedstrijd hield ik me dan ook gedeisd, dit tot km 50, vanaf toen was het koers tot het eind... Een 20 tal renners waren weggereden en hadden 20s voorsprong, ik wist dat dit een zéér gevaarlijke ontsnapping was en zette daarom alleen de achtervolging in. Na 3 km vol gas te rijden kwam ik vooraan aansluiten. Deze inspanning moest ik wel een 10 tal kilometer bekopen want daarna was het even aanklampen. Vijf kilometer verder kwamen nog een 10 tal renners terug waarbij de Amerikaanse leider, vanaf toen werd duidelijk dat de winnaar vooraan zat. Er was echter absoluut geen samenwerking in de kopgroep en aangezien ik alleen was besloot ik maar mee te glippen met een aanval. Zo kwamen we na 75 km wedstrijd met 4 renners voorop. We liepen snel tot 1min30 uit op de achtervolgers. 20 km verder kwamen nog 3 renners terug, waardoor we met 7 op kop kwamen. Hoewel we niet goed samenwerkten, bleef de voorsprong constant rond de minuut schommelen op de achtervolgende groep waar de Amerikanen alleen het werk opknapten. Op 25 km van het einde leek ons liedje dan over toen de 30 achtervolgers tot 15s terug kwamen. Eén renner ging nog even door en ik sprong er naar toe, de rest werd ingelopen. Met zijn tweeën gingen we nu vol door en liepen terug uit tot 40s. Met nog 20 km te gaan voelde ik echter dat mijn compaan er door zat en vanaf dat moment besloot ik alleen door te gaan. Op de laatste strook bergop kon ik hem af schudden om de laatste 17km met de wind op kop alleen af te haspelen. Het begon op dat moment ook nog eens te gieten en dat maakte de 'duivel' in mij helemaal los. Ik verzwakte geen enkel moment. Eén renner probeerde nog alleen de achtervolging in te zetten, maar verloor enkel tijd en kwam op 1min15 binnen, het achtervolgende peloton liep binnen met 1min50 achterstand! De ronde was goed begonnen, ritwinst en géél! Na de aankomst was het nog niet gedaan, onmiddellijk werd ik afgeleid naar de pershoek waar ik door twee tv stations werd opgewacht, daarna moest ik nog enkele radio interviews doen alsook de geschreven pers te woord staan. Waarna nog een uitgebreide podium ceremonie volgde!



Op zondag stond de langste dag van de hele ronde te wachten. Bijna 200 km verdeeld over twee etappes. Met de gele trui om de schouders zou het niet gemakkelijk worden. De ploeg was niet bijster sterk en er restten nog meer dan 1000 km wedstrijd, onmogelijk om met 5 renners te controleren, zeker in Guadeloupe, waar iedereen constant aanvalt!
's Morgens gingen we van start voor een etappe van een kleine 100km. Deze was relatief vlak. De aanvallen volgden elkaar in sneltempo op en na 15 km kregen we een 20 tal renners aan het commando zonder grote kandidaten op eindwinst. Dit zag er dus goed uit. Jammer genoeg viel de wedstrijd niet stil en bleven de aanvallen komen. Ik zat even geïsoleerd in een groep van 30 achtervolgers en hiervan maakten mijn concurrenten gebruik. Op een moment dat ik wat ingesloten zat gingen ze met 4 voluit aan van achter mij. Ze sloegen onmiddellijk een gat. Ik keek wat naar de andere favorieten, ook zij wilden ten slotte de wedstrijd winnen... Maar het viel stil. Drie van de vier kwamen vooraan aansluiten, waarna alle Guadeloupers voluit samenwerkten. Al snel liepen ze tot een minuut uit op het peloton waar mijn ploegmaats op kop reden. We besloten om niet al het vuile werk te doen en dus maar rustig te controleren waardoor de voorsprong na half koers al tot 4min30 opgelopen was. Daarna kregen we steun van een andere ploeg, maar de voorsprong bleef constant. In de laatste 20 km ging ik dan samen met twee favorieten alleen op kop rijden. We naderden nog tot op 2min50 waardoor de schade nog 'relatief' beperkt bleef. De gele trui was ik kwijt, dit was niet zo erg, alleen jammer dat één van de favorieten mee was.

's Namiddags stonden dan nog 85 km op het programma. Hoewel ik de gele trui kwijt was moest ik toch nog starten aangezien de 'truienwissel' pas na de volledige dag plaats vond. Omdat ik goede benen had en ontgoocheld was na de voormiddag besloot ik niet te veel te rekenen en aan de gele trui te denken. Na een hevig begin raakten drie renners voorop. In het peloton viel het echter nooit stil en ik schoof regelmatig mee in de tegenreacties. Met de gele trui om de schouders kreeg ik echter niet te veel steun. Toch bleef ik volharden en net voor de klim na 45km kon ik me toch losrukken met een grote groep van een 25 tal renners. Aan de voet van de klim lag alles echter op een zakdoek. De hele wedstrijd explodeerde na de drie leiders en zo kwamen we uiteindelijk met een 30 tal renners in de achtervolging. Op de constant draaiende en sterk golvende kustweg viel de wedstrijd nooit stil. Ik wachtte rustig mijn moment af en op 25 km van de aankomst ging ik fors door. Drie renners zaten in mijn wiel, maar deze keer rekende ik niet te veel en vroeg ik niet om over te nemen. Pas toen we de kustweg verlieten en een lange rechte laan aansneden hield ik even in om de schade op te meten. De drie leiders waren binnen vizier, daarna zat ik met 3 andere renners, daarna volgde Boris Carène met 2 renners en daarna nog eens 4 renners. De rest van de groep was ver terug geslagen. Al snel kwamen alle groepjes samen waarna de ploeg van Carène, die twee ploegmaats had, tempo maakte aangezien ze de gele trui konden overnemen. Op 10 km van het einde viel een Amerikaan nog aan, en hij liep tot 20s uit. Op 2 km van het einde ging ik ook mijn kans, het kraakte in mijn wiel, maar jammer genoeg had de Amerikaan nog twee ploegmaats om het gaatje te dichten. Uiteindelijk werd het een spurt waarin ik 8e werd. In het klassement herwon ik opnieuw wat plaatsen en stond nu derde.

Op maandag, daags voor de twee bergritten, stond nog een relatief vlakke rit van net geen 160 km gepland. Deze rit werd gekleurd door een ontsnapping van een 5 tal en regen. Tropische regenbuien, ook iets wat we hier niet echt kennen, van het ene moment op het andere, van blauwe lucht naar dikke donkere wolken, vijf minuten de (warme) kraan open en daarna weer droog. Dit zorgde ervoor dat deze saaie rit toch nog relatief snel voorbij ging...
De vluchters werden uiteindelijk ingelopen op de top van een laatste klimmetje op 15km van het einde. Daar brak het peloton nog in twee en zo werd het massaspurt bergop met een 70 tal renners. De laatste 5 km ging de kraan opnieuw open waardoor het nog opletten geblazen was. Aangezien de laatste 600m licht bergop liepen probeerde ik met vooraan te houden. In de afdaling richting laatste haakse bocht verloor ik echter heel wat plaatsen. Ik draaide in zowat 35e positie, maar naar een voor mijn doen zéér goede spurt (ik vraag me af of er zijn die de laatste 600m sneller hebben afgelegd) werd ik 16e.

Op dinsdag, de vierde rit ondertussen, ging het van Petit-Bourg naar Saint-Rose. Dit was meteen ook de koninginnenrit, op de hellingen waren de toeschouwers dan ook massaal komen opdagen, wat voor enige gekte zorgde. Vanaf vandaag werd de wedstrijd ook live uitgezonden, de helikopter en de moto's met camera's maakten het plaatje helemaal compleet. De eerste 30 km verliepen over vrij vlakke wegen, een twintigtal renners maakten hiervan gebruik om wat voorsprong te nemen. Maar vanaf de voet van de eerste zware beklimming ging het tempo in het peloton, dat aangegeven werd door de sterke Gwada Bikers, de hoogte in. De vluchters werden één voor één bijgehaald en op de top kwamen we zo met een twintigtal renners door. Na de afdaling sloten nog een 15tal renners aan, de rest was al ver teruggeslagen. Vanaf toen was het wat aftasten. Er werden enkele prikken uitgedeeld op de verschillende hellingen, hierdoor werd de groep verder uitgedund. Ook de gele trui kwam even in moeilijkheden, maar dankzij een sterke ploeg kon hij terug komen. Na de passage door Pointe-Noir brak de wedstrijd helemaal los, de hemelsluizen gingen nog eens open. De klim (3km à 10%) werd in stevig tempo opgereden waarna geletrui drager, Boris Carène, die daar woont in de afdaling naar benede stoof. Gevolg was dat hij in 3 km tijd zo'n 15s voorsprong nam op de eerste achtervolgers, de rest lag nog verder achterop. Bij die eerste achtervolgers, Klaas Sys, Freddy Vargas, Miguel Ubeto en Laurent Beuret... Ik aarzelde niet en op een strook bergop maakte ik alleen de sprong naar de leider, even later volgde Beuret. Zowat onmiddellijk kregen we een volgende (zéér steile) helling voor de wielen. Onmiddellijk trok ik stevig door zodat de anderen toch wat moeite zouden moeten doen om terug te keren. Blijkbaar was mijn tempo vrij hoog, de Zwitser Beuret moest al snel afhaken, Carène moest aanklampen en de rest was definitief achteruit geslagen. Vanaf toen ging ik door met Carène, al snel kwamen we overéén dat we samen naar de streep zouden rijden. Ik zou de rit winnen, de laatste 20 km reed ik dan ook bijna alleen op kop, en hij zou een prima zaak doen in het klassement. Iedereen zou op minuten staan, behalve ééntje, Klaas Sys. Ritzege nummer twee en het begin van een duel (althans in de media...)!

Dat duel begon op woensdag toen de tweede bergrit verreden werd. Vooraf wist ik al dat het zéér moeilijk zou worden om nog tijd terug te nemen, toch was dit de opdracht de komende ritten, aangezien 1 minuut zelfs voor een Klaas Sys met superbenen waarschijnlijk te veel was om terug te nemen in een tijdrit van 12 km waarvan 5 km bergop. Deze rit leek daar dus ideaal voor zeker na het goede gevoel van de vorige dagen. Het eerste uur verliep over vlakke wegen. Ontsnappingspogingen alom dus, uiteindelijk reden een 12 tal renners weg. Op de eerste twee beklimmingen (waaronder de col des Mamelles) viel deze kopgroep uitéén. Het tempo in het peloton werd opgedreven, hierdoor werden alle koplopers op twee na ingelopen en werd een eerste grote schifting in het peloton doorgevoerd. Hierdoor zat ik wel geisoleerd terwijl de leider nog 3 ploegmaats bij zich had. Zij onderhielden dan ook het tempo na de twee leiders. Die twee leiders namen tot 4 minuten voorsprong en mochten het uitvechten in de spurt voor de overwinning. Op 25 km van het einde volgden dan nog twee hellingen. Jammer genoeg kende ik ze niet. Hierdoor wist ik niet echt waar aan te vallen. De eerste helling was lang, maar niet steil. De tweede was korter, steiler, maar op een 4 vaks baan met wind op kop, niet echt uitnodigend...
Toch ging ik mijn kans op de tweede helling. De groep van 30 renners spatte helemaal uitéén, maar de leider lossen lukte niet, temeer omdat hij nog een zéér sterke ploegmaat bij zich had. Uiteindelijk reden we met een select groepje naar de aankomst waar we mochten spurten voor de derde plaats. Ik werd 14e.

Op donderdag en vrijdag kregen we twee gelijkaardige ritten te verwerken. Vrij vlak met telkens een passage van een twintigtal kilometer door Les Grands Fonds, een heuvelachtig gebied met korte, steile knikken, goed voor explosieve types, maar niet echt mijn ding.
De etappes verliepen vrij stereotyp, een eerste uur waarin er volop werd gevlamd tot de goede ontsnapping weg reed, waarna de ploeg van de leider de rit verder controleerde. Op donderdag lag de passage door Les Grands Fonds dicht tegen de aankomst en dit zorgde nog voor wat animo. De leider zelf trok op één van de hellingen in de aanval met zijn goede vriend Johann Ruffine. Even werd ik in verlegenheid gebracht, gelukkig waren de Amerikanen nog sterk vertegenwoordigd in de achtervolgende groep waardoor alles snel terugkwam. Hierdoor kwamen alle klassementsrenners in dezelfde tijd binnen in een eerste pelotonnetje van circa 30 renners na de leiders.
Vrijdag bleef het windstil tussen de klassementsrenners. Enkel op het einde was belangrijk om attent te zijn, lichte zijwind zorgde voor sliertvorming in het peloton, maar scheuren deed het nooit. Hierdoor mochten we met een bijna voltallig peloton in Saint-Anne spurten voor een 7e plaats. Ik kwam veilig binnen zonder tijdsverlies.

Met een achterstand van 1 minuut en 1 seconde begon ik zaterdag aan de beslissende dag van deze ronde, die bestond uit twee delen. In de voormiddag een verraderlijke rit met een klim op 30 km van het einde gevolgd door een passage langs de lastige kustweg richting Basse-Terre en in de namiddag een klimtijdrit van 12 km naar Saint-Claude.
Het begin van de rit in lijn kende zoals steeds een identiek verloop, talrijke aanvallen tot een groepje een vrijgeleide kreeg. Deze keer was het echter niet de ploeg van de leider die controleerde, maar een 'vriendschappelijke' ploeg. De leidersploeg wachtte de korte maar steile klim af om iets te ondernemen. Daar lanceerden ze een spurt naar boven, ze hadden ondertussen in de mot dat explosiviteit niet mijn sterkste punt was... Ik had blijkbaar mijn eerste slechte dag van deze ronde en moest even naar adem happen, een schakelfout zorgde ervoor dat ik even het spoor kwijt was. Maar op de top kon ik opnieuw aansluiten bij de eersten. Stil vallen deed het echter niet. Ik had blijkbaar wat op mijn adem getrapt en bij een tweede versnelling bleef ik zitten samen met Carène. Een fout, Carène vertrok van achter mij en maakte zo de sprong naar zijn ploegmaat. Die reed onmiddellijk volle bak door en zo reden ze langzaam van mij weg. Omdat ik alleen zat besloot ik wat te wachten op steun, alleen zou het toch onmogelijk worden om terug te keren. Uiteindelijk had ik 30s achterstand toen ik door een groepje opgeraapt werd. We zetten onmiddellijk de achtervolging en op 10 km van de finish kwam ik vooraan terug aansluiten bij Carène. De ritzege werd binnengehaald door een Amerikaan die als enige uit de vroege vlucht stand kon houden tegen het geweld achteraan. Ikzelf eindigde in de eerste achtervolgende groep, maar de warmte en het achtervolgingswerk zorgden ervoor dat ik redelijk kapot was na de rit.

In de namiddag moest het dan gebeuren. Zonder stress en parcourskennis ging ik van start in de klimtijdrit. Een ongelofelijk spektakel. 25000 tot 30000 toeschouwers stonden langs de wegen, twee rijkswachters begeleidden mij en Boris Carène door deze mensenzee, een prachtige ervaring. Ik ging goed van start en lag aan het eerste tussenpunt 17 seconden voor op mijn concurrent, ik had nog niet geforceerd en geloofde er daardoor wel in. Maar blijkbaar waren de benen niet hersteld. Net zoals in de voormiddag mankeerde ik kracht om op de steile stroken bergop het verschil te maken. Carène, die de klim van buiten kende en zijn tijdrit goed ingedeeld had begon hierdoor tijd terug te nemen. Blijkbaar vloog hij in het tweede gedeelte en zo boog hij zijn achterstand om in een voorsprong van 45s waarmee hij tweede werd in de tijdrit en het eindklassement zo goed als zeker in de wacht sleepte. Ikzelf werd met mindere benen 5e in de tijdrit, een mooi resultaat, maar niet goed genoeg om het klassement nog te keren.

Zondagnamiddag eindigde de Tour de la Guadeloupe dan met een korte, vlakke rit met start en aankomst in Les Abymes. In het begin, na de obligate fotoshoot, was het nog even nerveus door de zijwind. Die zorgde ervoor dat 30 renners gelost werden. Daarna werd er in een strak tempo richting aankomst gereden. Er waren nog meerdere ontsnappingspogingen, maar voorop blijven op de lange rechte wegen was bijna onmoglijk. Enkel mijn ploegmaat David Boutville leek toch nog roet in het eten van dee spurters te gooien, op 5 km van het einde vertrok hij solo. Lange tijd leek hij het te halen, maar jammer genoeg moest ook hij eraan geloven op 500m van het einde. Ik zat constant in tweede positie om af te stoppen. Hierdoor zat ik vooraan toen de spurt begon en werd ik zowaar 17e in de massaspurt.

Hierna volgde nog een spectaculaire podiumceremonie van zowat 2u met talrijke optredens. Ik mocht het podium op om de super strijdlust in ontvangst te nemen, alsook voor de derde plaats in het punten- en combiné klassement. Finaal mocht ik nog het eindpodium (met vuurwerk!) op voor mijn tweede plaats in het eindklassement.

Voila, een relaas van een ongelofelijke en niet te vergeten ervaring!

Groetjes,
Klaas

3 opmerkingen:

Anoniem zei

Met spanning wacht ik op het (volgende ) vervolg van jouw boeiende relaas. Niet dat we dat nog niet wisten, maar het is fijn dit nog eens uit vlotte jouw pen te vernemen. En uiteraard, voozover dit nog niet gebeurd is, een welgemeende proficiat met die schitterende prestaties!

A.N.

Anoniem zei

dikke dikke proficiat, klaas! het was super om alles via de verschillende sites te volgen... benieuwd of er nog meer foto's bestaan van deze super ervaring!

greets! en nog veel succes!

WB

Tom Vandenbussche zei

Op de website van de wedstrijd heeft men alleszins een hele resem foto's geplaatst.

http://www.guadeloupecyclisme.com/tour-2009/galerie-photo.html